
Veel organisaties zeggen dat ze resultaatgericht willen werken.
Maar blijven ondertussen sturen op:
uren
aanwezigheid
voortgangsoverleggen
activiteit
Niet omdat ze dat wíllen.
Maar omdat loslaten spannender is dan controleren.
Resultaatgericht werken wordt vaak gepresenteerd als een andere manier van afspraken maken. Andere KPI’s. Andere contracten. Andere dashboards.
Maar dat is niet waar het echte verschil zit.
De illusie van controle
Uren, planningen en voortgangsrapportages geven een gevoel van grip.
Ze maken werk zichtbaar en meetbaar.
En precies daarom zijn ze zo aantrekkelijk.
Maar zichtbaarheid is geen richting.
En meten is geen sturen.
In veel organisaties zie je dat:
mensen druk zijn, maar niet vooruitkomen
alles belangrijk blijft
prioriteiten per week verschuiven
resultaten toevallig ontstaan
Er wordt veel gedaan, maar weinig écht bereikt.
Niet omdat mensen hun best niet doen.
Maar omdat niemand helder is over wat het resultaat eigenlijk betekent — en wat niet.
Resultaatgericht werken vraagt iets anders
Echt resultaatgericht werken vraagt geen andere afspraken.
Het vraagt andere keuzes.
Keuzes over:
wat wel en niet belangrijk is
waar je op stuurt
wanneer iets “goed genoeg” is
wie ergens eigenaar van is
Dat zijn geen operationele keuzes.
Dat zijn leiderschapskeuzes.
Zolang leiders blijven sturen op activiteit, blijven teams zich gedragen naar activiteit.
Niet naar impact.
De rol van de leider
Hier wordt het ongemakkelijk.
Resultaatgericht werken vraagt van leiders dat ze:
minder controleren
minder oplossen
minder bijsturen op detail
En juist meer:
richting bepalen
kaders stellen
consequent zijn
ruimte laten binnen duidelijke grenzen
Dat voelt riskant.
Want het betekent dat je moet accepteren dat je niet overal meer zicht op hebt.
Maar precies daar ontstaat eigenaarschap.
Teams nemen pas verantwoordelijkheid als ze ook daadwerkelijk ruimte krijgen om die te dragen.
Waarom dit vaak mislukt
Resultaatgericht werken mislukt zelden omdat het idee slecht is.
Het mislukt omdat leiderschap niet meebeweegt.
Veel leiders zeggen:
“Ik wil meer verantwoordelijkheid bij het team leggen.”
Maar blijven ondertussen:
overal bij betrokken
elk besluit toetsen
bijsturen zodra het spannend wordt
Dat is begrijpelijk.
Maar het ondermijnt precies wat je probeert te bereiken.
Zolang jij het vangnet blijft, hoeft niemand echt te springen.
Resultaat als gevolg, niet als doel
Organisaties die echt resultaatgericht werken, zijn zelden gefixeerd op resultaten.
Ze zijn gefocust op:
duidelijke richting
consistente keuzes
voorspelbaar ritme
helder eigenaarschap
Resultaten volgen daaruit vanzelf.
Niet omdat mensen harder werken.
Maar omdat ze weten waar ze naartoe werken — en wat er van hen verwacht wordt.
Tot slot
Resultaatgericht werken begint niet bij contracten, tools of KPI’s.
Het begint bij leiders die bereid zijn hun rol opnieuw te definiëren.
Minder controleren.
Meer sturen.
Dat is geen kleine verandering.
Maar wel een noodzakelijke, als je wilt dat groei duurzaam wordt.







